Galerie Nathalie Obadia Brüssel presenteert met veel genoegen de persoonlijke tentoonstelling van Ricardo Brey. De galerie sluit hiermee aan bij haar verleden, aangezien zij reeds in 1994 in Parijs een tentoonstelling wijdde aan deze Cubaanse kunstenaar met België als tweede vaderland.

Ricardo Brey werd in 1990 ontdekt door Jan Hoet, tijdens de derde Biënnale van Havana (Cuba). Zijn internationale loopbaan begon twee jaar later bij zijn deelname aan Documenta IX in Kassel (Duitsland). Nu geniet hij bekendheid aan weerszijden van de Atlantische Oceaan.

Terwijl zijn retrospectieve in het Nationaal Museum voor Schone Kunsten in Havana (Cuba) ten einde loopt, wordt in februari 2015 een ambitieuze monografische tentoonstelling aan hem gewijd in het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (M.H.K.A.). Deze expositie overloopt het werk van Ricardo Brey van de voorbije 20 jaar. Ze is het resultaat van zijn samenwerking met Bart de Baere, de huidige directeur van het M.H.K.A.

23 jaar na zijn vertrek uit Cuba blijft de in 1955 geboren Ricardo Brey een “cultartiest” in zijn geboorteland. Hij verwierf in 1981 een plaats in de kunstgeschiedenis van Cuba door zijn deelname aan Volumen I, de eerste tentoonstelling in Havana van het collectief met dezelfde naam. In hun jeugdige onbezonnenheid beseften zij het niet, maar deze kunstenaars legden het fundament van de hedendaagse Cubaanse kunst. De breuk met het verleden was spectaculair: de werken van Volumen I experimenteerden voor het eerst met conceptuele kunst, ten nadele van de traditionele opvattingen over schilder- en beeldhouwkunst.

De beweging die Ricardo Brey en zijn vrienden Juan Francisco Elso en José Bedia introduceerden, belichaamde in de jaren 1980 een “geloofscrisis”, de “antropologische trend van de Cubaanse kunst” volgens historicus Gerado Mosquera. Deze mix van mysticisme, religieuze en antropologische concepten steunt onder andere op de “Pensée Sauvage” van Claude Lévi-Strauss, een van de favoriete auteurs van Ricardo Brey.

In 1985 trok de jonge Cubaanse kunstenaar zich terug in de gemarginaliseerde gemeenschap van de indianen van Zuid-Dakota (VS) en deelde er hun armzalig leven. Deze pijnlijke, initiërende ervaring spoorde Ricardo Brey aan om, vertrekkende vanuit zijn fundamentele eigenheid, in de oerkrachten van de natuur inspiratie te zoeken, net zoals de Amerikaanse “natives” elk ding als bezield beschouwen. In zijn kunst laat hij zich bijgevolg leiden door een “holistische kijk op de wereld”. Alles wat de natuur voortbrengt (plantaardig materiaal, mineralen, fragmenten van dieren) en alle soorten gerecycleerde objecten krijgen in zijn handen het recht op een wedergeboorte als materiaal voor zijn creaties. De gesorteerde, verwerkte en geassembleerde objecten beginnen aan een nieuw leven door de vruchtbare verbeelding van Ricardo Brey. Ze verwerven een symbolische en esthetische waardigheid die wordt uitvergroot door zijn opmerkelijk talent voor compositie en enscenering.

Als erfgenaam van Afrikaans-Cubaanse geloofsovertuigingen met animistische accenten geeft Ricardo Brey al zijn creaties een sterke spirituele uitstraling: het banale wordt gewijd. Het resultaat geeft zijn werken een totemachtige dimensie: leven en dood zijn de hele tijd verstrengeld. Deze vruchtbare dualiteit kenmerkt ook het werk van Théodore Géricault (1791-1824) die vanuit zijn romantisch meesterschap de kunst verstond om onze ziel te beroeren door ons te doen huiveren. Zijn meesterwerk Het Vlot van de Medusa trof Ricardo Brey. Maar hij ontkent dat hij toegeeft aan het morbide. De link constructie/deconstructie in zijn creaties illustreert volgens hem veeleer de vitaliteit die uit zijn werken spreekt. Als voorbeeld hiervan citeert hij de installatie (Zonder titel) die hij in 1992 presenteerde op Documenta IX. Dierfragmenten werden in beweging gebracht met ventilators. Het fladderende ballet van pluimen en linten was op zich een ontkenning van de dood. Volgens de kunstenaar vertoonden noch de installatie van Kassel, noch latere werken de “inertie die typisch is voor stillevens”.

Het eerbetoon aan het leven van Ricardo Brey spreekt het duidelijkste uit de recyclage van oude voorwerpen, als een rode draad die door zijn poëtisch en spiritueel oeuvre loopt. Door heterocliete materialen een nieuw leven te geven, sluit hij in de kunstgeschiedenis aan bij Duchamp, Joseph Beuys en de Arte Povera. De Cubaanse beeldend kunstenaar erkent deze inspiratiebronnen. Bij een eerste blik lijken zijn werken chaotisch: ze flirten met het idee van de toevalligheid, de onverwachte ontmoeting van materialen, vormen en texturen die radicaal van elkaar verschillen, maar die ook via de enscenering van Ricardo Brey door hun confrontatie zin krijgen en gestalte geven aan een constant evoluerende persoonlijke mythologie.

Dit laatste wordt mooi geïllustreerd door zijn dozenreeks Every life is a fire waaraan hij in 2009 begon. Hun door een bepaald ritueel gecodificeerde opstelling heeft veel weg van een performance. De tentoongestelde dozen zijn zo bedacht dat ze interageren met de toeschouwer. Zoals bij Russische matroesjka’s ontdekt hij dozen in de dozen die geleidelijk de wereld van Ricardo Brey onthullen, een wereld die tegelijk geleerd en utopisch is. De kunstenaar beschrijft zijn “reliekhouders” als even zovele Lagerstätten, een Duitse paleontologische term die verwijst naar de biodiversiteit tijdens een bepaalde periode. De wetenschappelijke term is goed gekozen voor wie laag na laag de doos van Pandora van Ricardo Brey wil openen.

De tentoonstelling bevat ook een selectie van een twintigtal tekeningen. Zij sluiten aan bij twee eerdere grafische projecten. Universe (2002-2006) is een faraonisch project van 1.004 tekeningen die in 2006-2007 alle in het S.M.A.K. in Gent werden getoond en bij die gelegenheid gepubliceerd in een boek van 500 pagina’s. Universe kan begrepen worden als een encyclopedie van de materialen en technieken die de kunstenaar gedurende 30 jaar gebruikte. Annex (2003-2009), een tweede project dat uit het vorige voortkwam, presenteert de recurrente motieven van Ricardo Brey, zoals vissen, vogels, insecten, planten en de maan. Beide projecten samen fungeren als een overweldigende oceaan van inkt en papier waarin de abyssale dromen van hun schepper ronddolen.

Last but not least doet Ricardo Brey in zijn meest recente exploraties een beroep op de fotografie. Hij combineert dit medium met de objecten die hij recycleert en componeert dan een soort “foto-sculpturen”. Hij zet ze even kunstig in scène als zijn installaties, zoals zijn foto’s van boomstronken die momenteel in het Museum voor Schone Kunsten van Havana worden getoond. In deze reeks verwijzen de zorg voor het detail – nog versterkt door de afmetingen – en de afdruktechniek op doek naar de naturalistische aanpak van Ricardo Brey. Hij omschrijft zijn benadering liever als “organic”, want zoals gezegd schuilt er voor de Cubaanse kunstenaar leven in alle dingen. Als wereldscheppende sjamaan levert Ricardo Brey daarvan steeds overtuigender het bewijs bij elk nieuw artistiek experiment.

Ricardo Brey werd in 1955 geboren in Havana (Cuba) en woont en werkt nu in Gent.

Als kind van de revolutie behoort Ricardo Brey tot de pioniers van de Cubaanse New Art, een beweging die ontstond uit de tentoonstelling “Volumen I” van 1981 in Havana. Ricardo Brey nam eraan deel naast andere Cubaanse kunstenaars, schrijvers en kunstcritici zoals Ana Mendieta en Gustavo Pérez Monzón. Zij waren eveneens ontgoocheld, omdat het regime van Fidel Castro de idealen van de revolutie had verraden.

In 1990 ging Jan Hoet op zoek naar het talent van morgen in de opkomende landen. Hij merkte het werk van Ricardo Brey op tijdens de derde Biënnale van Havana. De Vlaamse curator nodigde hem meteen uit om nog datzelfde jaar deel te nemen aan de tentoonstelling Ponton Temse in het Museum van Hedendaagse Kunst in Gent.

In 1992 was Jan Hoet samen met Bart de Baere, die eveneens een doorslaggevende rol speelde bij de snelle start van de internationale carrière van Ricardo Brey, medecurator van Documenta IX in Kassel en ook daar werd de Cubaanse kunstenaar uitgenodigd.

Deze twee tentoonstellingen waren beslissend voor de verhuizing van Ricardo Brey en zijn gezin naar Gent, waar hij sinds 1991 werkt aan tekeningen, beelden en installaties die wereldwijd worden tentoongesteld.

Na zijn persoonlijke tentoonstelling in het Sittard Art Center (Nederland) ontving Ricardo Brey in 1997 de prestigevolle beurs van de Guggenheim Foundation.

Ter gelegenheid van de tentoonstelling « Hanging Around » in het GEM Museum of Contemporary Art van Den Haag werd in 2004-2005 « Under the leaves » gepubliceerd, de eerste belangrijke monografie van het oeuvre van Ricardo Brey. Ze kreeg in 2006 een vervolg met « Universe », een ambitieuze compilatie van de 1.004 tekeningen die de kunstenaar datzelfde jaar toonde in het S.M.A.K in Gent.

23 jaar na zijn vertrek uit Cuba is 2014 voor Ricardo Brey het jaar waarin hij in zijn geboorteland erkenning krijgt. In het Museo Nacional de Bellas Artes van Havana wordt de eerste retrospectieve tentoonstelling van zijn werk georganiseerd. In 2015 zal vervolgens in zijn nieuwe vaderland hulde worden gebracht aan de Cubaanse kunstenaar, met een eerste Europese retrospectieve in het M.H.K.A in Antwerpen.

Men vindt werk van Ricardo Brey in talrijke openbare en privécollecties met internationale faam: MOA/FL - Museum of Art Fort Lauderdale, Florida (USA) / FNAC (Frankrijk) /Museo Nacional de Bellas Artes, Havana (Cuba) /S.M.A.K, Gent (België) / Museum Lenbachhaus, München (Duitsland) / Suermondt-Ludwig-Museum, Aken (Duitsland) / De la Cruz Collection, Miami, (USA) / Collectie Ella Fontanals Cisneros - CIFO, Miami, (USA) / Collectie Bouwfonds (Nederland) /Pieter en Marieke Sanders (Nederland).

Alle bilder Courtesy Ricardo Brey & Galerie Nathalie Obadia Paris / Brussels © We Document Art